Een doorstromer is iemand die al een hypotheek heeft en dus ook een koopwoning.
Als doorstromer stroom je door van de ene, naar de andere woning. Vanaf 1 januari 2013 zijn de regels voor hypotheekrenteaftrek verscherpt. Heb je jouw hypotheek voor 2013 afgesloten? Dan mag je jouw hypotheek meenemen met de regels die toen golden. Als je jouw hypotheek wil verhogen, mag je dit alleen doen tegen de nieuwe regels. Vaak betekent dit dat je voor het extra deel dat je leent, een annuïtaire of lineaire hypotheek afsluit.
Als doorstromer kan je ook te maken krijgen met:
De Bijleenregeling
De bijleenregeling geldt als je jouw woning verkoopt en je geld overhoud nadat je jouw hypotheek hebt afgelost. Dit verschil wordt overwaarde of eigenwoningreserve genoemd. Sluit je een hypotheek af voor jouw nieuwe woning dan mag je de rente aftrekken over maximaal de aankoopprijs van de nieuwe woning, min de overwaarde van jouw oude woning en eventueel eerder ontstane overwaarde.
Stel de overwaarde is € 40.000,- en je koopt een nieuwe woning voor € 200.000,-.
De rente is dan aftrekbaar over maximaal € 160.000,-. Leen je meer dan dat bedrag dan kun je de rente over het meerdere niet aftrekken van de belasting. Deze regeling stimuleert doorstromers om de overwaarde dat vrijkomt bij de verkoop van jouw oude woning te investeren. Als je jouw woning met een overwaarde verkoopt en je gaat huren dan is na drie jaar de eigenwoningreserve ‘’verdampt’’. Koop je na drie weer een woning dan kan je over de volle hypotheek rente aftrekken.
Overbruggingshypotheek
Als je een woning koopt, maar je oude woning is nog niet verkocht, kan je een overbruggingshypotheek afsluiten. Hiermee leen je het bedrag dat je nodig hebt, boven jouw bestaande hypotheek. Een overbruggingshypotheek kan je alleen afsluiten als je verwacht dat je jouw oude woning met overwaarde verkoopt. De overbruggingshypotheek los je af op het moment dat je de oude woning verkoopt. De rente van deze hypotheek wordt verhoogd met een rente opslag, omdat de hypotheekverstrekker extra risico loopt. Bijvoorbeeld omdat het lang duurt voordat jouw oude woning wordt verkocht, of omdat deze minder oplevert dan verwacht.
Dubbele maandlasten
Je krijgt te maken met dubbele lasten, wanneer je eerst een nieuwe woning koopt en daarna jouw huidige woning verkoopt. De dubbele lasten kan als volgt worden opgevangen:
- Op basis van jouw inkomen.
- Doormiddel van eigen geld
- Meefinancieren (allen van toepassing wanneer er overwaarde gerealiseerd wordt en er voldoende leencapaciteit is)
Een hypotheekverstrekker vindt het belangrijk dat de dubbele maandlasten langere tijd opgevangen kan worden, lees minimaal 12 maanden. Dit om een periode van dubbele lasten goed te kunnen opvangen. Het kan namelijk voorkomen dat jouw huidige woning, langer te koop staat dan gepland.
Lopende verzekeringen
Je hoeft meestal geen nieuwe verzekeringen, bijvoorbeeld een overlijdensrisicoverzekering of woonlastenverzekering, af te sluiten. Je kunt je verzekeringen weer koppelen aan je nieuwe hypotheek. Je moet zorgen dat jouw nieuwe hypotheekverstrekker weet dat je deze verzekeringen hebt, hier hebben ze op tijd een bewijs voor nodig.
Huis onder water
Als jouw woning voor minder wordt verkocht dan jouw uitstaande hypotheek (jouw woning staat dan onder water) dan houd je een restschuld over. Vanaf 1 januari 2018 zijn de regels over de restschuld veranderd. Een ieder die vanaf deze datum een woning verkoopt en een restschuld overhoud kan de rente over de restschuld niet meer aftrekken. Degene die vóór 1 januari 2018 een woning verkocht en een restschuld overhield kan nog gedurende maximaal 15 jaar de rente aftrekken.
Door de overgangsregels voor oude hypotheken, de gedragsregels die banken naleven, de mogelijke overwaarde van een verkochte woning, de mogelijke overwaarde die de partner nog meeneemt en de nieuwe hypotheekregels maken het een complex product.
Raadpleeg een hypotheekadviseur als je van plan bent een nieuwe woning te kopen.
Een goede voorbereiding kan een hoop problemen voorkomen.